Een eenzame nacht in de bergen van Colombia.
Vanaf het balkon van mijn tijdelijke huis kijk ik uit over de bergen,
in de verte
ligt Santa Marta.
Ik ben in het noorden van Colombia.
Met Roos en Jaimy.
Zij zijn aan het backpacken en ik hobbel een paar weken mee.
De afgelopen dagen sliepen we in een stapelbed in een hostel,
maar voor deze nacht is een luxer eco resort geboekt.
Iets buiten het dorp en bovenop een berg.
Meer eco dan luxe
want weer geen warm water.
Sterker nog, in mijn standard room was eigenlijk
helemaal geen water.
Ik ben echt geen zeurpiet maar in deze hitte neem ik geen genoegen met een incontinente douchekop.
Daarom mocht ik verhuizen naar een prachtig huisje, zeg maar
de bruidssuite van het resort.
Wel wat afgelegen en iets verder weg van Roos en Jaimy, maar als ik heel hard
zou gillen, denk ik dat ze me misschien wel horen.
Er zit geen glas in de ramen maar gaas.
Door de wind waaien de gordijnen zachtjes heen en weer,
de insecten hoor ik tegen de gaas aanvliegen.
Het is laagseizoen en we zijn de enige gasten.
Een oase van rust vooral als je het vergelijkt met de drukte in het hostel gisteren.
Dat was net een legbatterij en omdat Roos meer van de vrije uitloop is,
slapen we nu even niet in een hostel.
Het
huisje is te schattig voor woorden, rieten puntdakje,
veel bamboe en helemaal voor mezelf alleen, was ik ook wel aan toe.
Met de taxi zijn we vandaag vanuit Santa Marta naar het kleine toeristische dorpje Minca
gebracht. Het ligt in de bergen van Sierra Nevade; afstanden worden
aangegeven in uren wandeltijd.
Iedereen hiket hier door de ruige natuur
naar koffie finca's, watervallen en wonderschone uitzichten.
Na het inchecken maakten we meteen een eerste hike, het dorp verkennen en daarna naar Polo Azul. De wandeling gaat bergopwaarts over een onverharde pad.
Het is glibberig, vol met gaten, kuilen en grote sleuven.
Goed oppassen waar je loopt.
En
vooral ook niet vergeten om van het uitzicht te genieten, grote bamboe bossen
staan langs de weg, de jungle is om ons heen, kleine watervalletjes, bergen in de verte en mooie luchten.
Daar stoppen we dan
even om op adem te komen…das nodig.
Voor ons loopt een man met volle bepakking, als hij
langs de
kant van de weg een bes uit een plant haalt, raken we aan de praat (in het
Spaans).
Hij heeft dus zojuist een koffiebes geplukt, om te kijken
of het op deze hoogte al tijd is om te oogsten.
Hij gaat naar La Victoria, de koffie finca waar hij de komende 3 maanden gaat werken.
Dit doet hij al een aantal jaren; in november, december en
januari
is het de oogsttijd in de Sierra Nevada.
Hij verdient er 1 miljoen peso
per maand mee.
Na 3 maanden gaat hij weer terug naar Venezuela, naar zijn
moeder.
Het is ongelooflijk, ik heb Spaans gesproken en vooral begrepen wat de
man me wilde vertellen.
Hij laat me zien dat in de bes de koffieboon zit. Dit is
mijn eerste koffielesje hier.
Als wij linksaf moeten naar Polo Azul, moet
Eguardo nog 3 uur met volle bepakking verder wandelen.
We groeten elkaar,
misschien zien we hem nog als we op koffietour gaan.
We glibberen de laatste
paar honderd meter naar de Polo Azul; een soort uitloper van een waterval, waar
vooral veel Colombiaanse kindertjes bibberend van de kou
en klappertandend
samen met hun moeders in het water zitten.
Het water is ijskoud, de omgeving bloedmooi en wij zitten onder
de blubber.
Het is een mooie maar zeer vermoeiende hike.
Tegen vijf uur die middag zijn we voor de zoveelste keer
vanuit het resort weer de
berg afgegaan, nu om te eten.
We wisten inmiddels dat als we te veel zouden
drinken,
dat we die berg nooit meer op konden.
Tenminste ikke nie.
Maar na het
eten was het nog vroeg en lustten we er nog wel eentje.
Tenminste ikke wel.
We gaan naar het laatste barretje op de berg, vlak voor ons
resort.
Want dan zijn we al boven op de berg en bijna thuis…..
wat
zijn we toch slim.
We hadden er even geen rekening mee gehouden
dat het
barretje niet open zou zijn.
Ow.
Weer een keer die hele berg af en dan later de
avond weer
omhoog was iets teveel gevraagd.
Dan maar in het restaurant van
het resort nog een afzakkertje.
Het
restaurant ligt een stuk verder en je komt er via een smal paadje.
Schuifelend,
want het is een eco resort en
die hebben van die eerste generatie lichtjes op
zonne-energie die het niet doen,
zoeken we onze weg.
Dankzij het lichtje van de iPhone zien we dat het verharde pad
verandert in een blubberpad.
Als Roos dan ook nog bijna over een spin strobbelt,
wordt het toch wel wat te benauwd.
En waar blijft dat restaurant toch…het lijkt
wel dicht,
nergens een lichtje te zien.
We nemen een zware beslissing en draaien om; dan maar zonder afzakkertje naar huis.
Ik ben nu thuis, het is pikkedonker en erg stilletjes
hier.
Natuurlijk geen bereik met de telefoon en al helemaal geen wifi.
In de verte zie ik de stad Santa Marta, nog steeds een geweldig uitzicht,
nu zijn het allemaal lichtjes
in de nacht.
Terwijl motten en zo om en in mijn oren vliegen, lig ik buiten in de
hangmat.
Nou doe ik dat wel vaker, maar zo’n prachtig uitzicht
zal ik niet snel
meer krijgen.
Ik geniet ervan.
Wat ben ik toch een bofkont.
Ik zit hier
toch maar mooi in Colombia in de bruidssuite van een eco resort.
zucht.....
Helaas wel als eenzame bruid, want mijn bruidegom bleef liever thuis.
En het is hier wel errug dood stil.
Een lange, eenzame, donkere nacht hoog in de bergen ligt voor me.
De bergen waar nog niet zo lang geleden de Farq en andere rebellen samen
met de grote drugskartels de dienst uitmaakten.
Moet ik me zorgen maken??
Wie beschermt mij tegen de narco’s,
de
guerilla’s en wie verpulvert de grote spinnen in mijn bruidssuite?
Ik spreek mezelf moed in:
Gewoon niet zo heel goed kijken.
Dat is het aller allerbeste wat je kunt doen.
En ook niet te veel nadenken.
Dat moet je ook niet doen.
En natuurlijk de deur op slot, dat sowieso.
Het licht buiten laten branden.
En onthouden: alles wat fladdert is geen spin.
En even onder de lakens kijken voor je het bedje in stapt.
Reacties
Een reactie posten