Ik heb geofferd en ik ben gezegend, denk ik.




Gisteren met een vriendin heerlijk Nepalees gegeten.
Samen met haar vriend woont ze al jaren op Koh Phangan, aan het strand.

Ze is geboren in Belgiƫ en spreekt met een accent waar ik jaloers op ben.
Het is een prachtig mens met een warm hart, net als haar lief.

Ze vertelt wat er in Tong Sala te doen is deze dagen. 
De jaarlijkse bootraces zijn weer bezig, er is een jaarmarkt en
 er zijn ook een soort praalwagens in de vorm van boten met monniken erop,
 die proberen wat geld op te halen voor de tempels.


Zij was al wezen kijken en vertelt dat ze geofferd heeft en dat ze gezegend is.
 Ze heeft zelfs een touwtje van een monnik gekregen.
Heel bijzonder allemaal.
Zij kent onze familie goed en weet dat het sinds een jaar moeilijke tijden zijn.
We praten er vaak genoeg over.

Goh, zegt ze ineens: Waarom ga de gij niet naar diejen monnik toe. 
Gullie kunt wel wat zegening gebruiken ist nie?
Ge gaat er naar toe, ge offert wat..ge wit nooit.

Vandaag denk ik aan haar advies en besluit er maar eens op af te gaan.

Bij de bootrace gekeken, de jaarmarkt bezocht en
daarna  maar eens op zoek naar een auto-boot met neonverlichting.


Ja hoor, daar staan de praalwagens, keurig op een rij.
Bij alle boten breng ik wat bahtjes voor het goede doel.
Een vriendelijke monnik, bedankt voor mijn offerande 
en ik krijg een geel koordje omgeknoopt. 
Ik doe een wens.
Bij de volgende boten, geen touwtjes meer, maar wel flinke plonzen met een soort van wijwater.
Ik heb geen idee, wat er allemaal gebeurt, maar ineens rollen de tranen over mijn wangen.
Het kan ook van het water zijn dat in mijn ogen prikt.

Maar goed:
Ik heb geofferd, ben gezegend, en ik heb een wens gedaan. 
Ik denk dat het tij gekeerd is.

Op de terugweg heb ik al geluk, er komt keihard een taxi aangescheurd op mijn weghelft.
Met een snelle manoeuvre ontloop ik het noodlot.

Gauw naar huis om in de hangmat van de schrik te bekomen en de toekomst af te wachten.

Die toekomst, die valt nog niet mee.
's Avonds zit er een joekel van een huntsman spider hoog in het hoekje bij het plafond. 
Ik durf hem amper aan te kijken.
Voor dit soort noodgevallen heb ik door het hele huis op strategische plaatsen grote spuitbussen met gif paraat staan.
Als ik op het bed klim en vanaf daar aanval, is er niet genoeg spuitkracht
 om dit exemplaar om te leggen, dat zie ik zo al.
Paniek.
Het beste is om een stoel dichterbij neer te zetten en vanaf daar de aanval aan te gaan. 
Dat durf ik echt niet, dat is veel te dicht bij.
Dan bedenk ik dat ik me heb voorgenomen helemaal nergens meer bang voor te zijn, en zeker niet voor zo'n onschuldige spin.
Helaas, mijn voornemen werkt voor geen meter.

Ik stuur een berichtje naar Anais, de buurvrouw rechts.
Ze komt er meteen aan, ook bewapend met een spuitbus.
Anais is ook bang van spinnen, maar niet zo erg als ik, zij durft wel op de stoel iets dichterbij.
Met 2 spuitbussen tegelijkertijd vallen we aan.
Het is nog een heel gevecht en langzaam maar zeker, krimpt de spin in elkaar en blaast zijn laatste adem uit.

Anais is mijn heldin vandaag en daar moet op geproost worden met een ijskouwe Leo. 
In dit soort situaties is een goede buur beter dan een verre vriend.

In mijn slaapkamer hangt de giftige lucht van 2 grote leeggespoten spuitbussen, ik val zelf bijna om.
Schuifpui wagenwijd  open en de airco op volle kracht laten draaien en er vooral niet aan denken wat er dan weer naar binnen zou kunnen kruipen. 

Hoe lang duurt het eigenlijk voor een zegening gaat werken?

                               










Reacties