LOVERBOY

Ik kijk uit het raam en de schrik slaat me om het hart.
Dit kan niet waar zijn.
Dit mag niet waar zijn.
Zojuist zag ik hem bij ons huis weglopen. Wie weet hoelang hij al heeft staan gluren.
Maar ik heb genoeg gezien. Ik sta te trillen op mijn benen, de haren in mijn nek staan overeind en de adrenaline giert door mijn lichaam. Ik voel oerkrachten in mijn binnenste.

Zojuist zag ik zonder enige twijfel een loverboy.
Groot, dik, de manier van bewegen, de verdorven blik in zijn ogen.
Vastberaden haar de vernieling in te helpen. En dan die kleur….donker en glanzend als ebbenhout. Ik realiseer me meteen wat ik moet doen.

Over mijn lijk dat ze aan mijn oogappel komen, ze is nog veel te jong.
Liefdevol kijk ik naar haar, wat ligt ze toch heerlijk relaxt op onze bank.
Totaal onbewust van haar aantrekkingskracht. Of vergis ik me? Misschien ligt ze er toch wel een beetje uitdagend bij? En die geraffineerde blik in haar ogen heb ik nog niet eerder gezien.
Zou ze weten dat hij in de buurt is?
Of erger, zou ze hem zelf uitgenodigd hebben?

Die ondraaglijke gedachte verdring ik meteen.
De situatie vraagt om een harde aanpak.
Hoe bescherm ik haar?
Haar opsluiten? Hem doodschieten?

Ik loop naar de kelderkast en twijfel nog even.
Wat is wijsheid.
Na een diepe zucht neem ik een weloverwogen beslissing.
De buks laat ik staan en ik pak een grote emmer.
Als ik die vol heb laten lopen met ijskoud water, doe ik de deur open en gooi ‘m over die grote dikke zwarte kater.

Reacties